Na een week ter plaatse geweest te zijn, verlangen we om met Martine Guilain en Olivier Gemoeds terug wat te zeilen.
Ons doel is Cala Mondragó, 17 mijl. We varen op het gemak met 5-6knopen wind (+\- 2 Bf), met het topzeiltje erbij. Zalig. Opeens zegt Ed: “wat doet die boot daar verderop daar, hij maakt een rondje?!”
Nog geen 2 seconden later krijgen we, uit het niets, een wervelwind over ons heen.
De Drum legt zich in een mum van tijd bijna plat!! 🫣😱😰
Binnen horen we alles van stuurboord naar bakboord vliegen. Ed zet de automatische piloot op standby, wij maken al de schoten los, zodanig dat de wind uit de zeilen gaat en de boot komt terug recht. Oefff en oei!
Want 4 van onze kussens en de reddingsvest van Olivier zijn overboord geslagen. Dit is een goeie ‘man over boord’ -oefening. 🤷🏼♀️ We keren terug en pikken alles terug aan boord. Het weegt als lood van het zeewater die erin zit.
Het ergste is dat de patrijspoortjes (venstertjes) open stonden bij dit mooie, rustige weer. Dit is eigenlijk iets dat men NOOIT mag doen. 😖 Bij gelijk welk weer moeten die dicht. Goeie les! Alles wat in en uit de kasten is, is kleddernat. De bilges zitten boordevol water. Nadat we wat bekomen zijn, besluiten we naar de eerste de beste haven te varen. Dit is terug Porto Collom. Als je zo op het onverwachte binnenkomt is geen plaats meer om te ankeren of in de haven aan te meren. Dus nemen we een boei. Het is ons om het even, als we maar stilliggen.
Ed en Olivier pompen de bilges leeg, terwijl Martine en ik alles wat in de kasten zit afdrogen en weggooien wat niet meer bruikbaar is, zoals bloem, suiker en dergelijke. Ook veel kleren en onze matrassen zijn nat. Alles wordt dus buiten gesleept om te drogen.
Rond 20u heeft Olivier eindelijk tijd om onze vis met prei klaar te maken. Wat smaakt dat lekker! Om 22u zijn we alle vier doodop en vallen op onze, met plastiek ingepakte matrassen, als een blok in slaap.







Comments