top of page

Morlaix

De haven van Morlaix ligt op het eind van de rivier. De baai ligt bezaaid met kleine eilandjes en rotsen.


Het ‘château du Taureau’ is eigenlijk een fort, gebouwd in de 16e eeuw op een rots vóór de ingang van de rivier, om het dorp Morlaix te beschermen, maar kreeg in de loop der jaren verschillende andere doeleinden.

De groene boeien aan stuurboordzijde en de rode aan bakboord houden, is je geraden als je geen rotsen wil rammen! Eens de rivier opgevaren is het écht ondiep! Dit zie je niet zo bij vloed (maar de boeien moét je wel nog volgen). Bij eb wordt het écht duidelijk! Morgen bezoeken we de stad en omstreken. Ben benieuwd!


Daar men voor gans de week regen en voor woensdag 2 augustus storm en hoge golven (4 a 6 meter😳) voorspelt, blijven we hier veilig tot vrijdag. Zelfs bij regenweer blijft Morlaix écht het bezoeken waard. We boeken een gids, die met veel passie voor haar stad, een rondleiding geeft. De mooie huizen werden gebouwd in de 16e eeuw, door rijke linnenhandelaren. De (meestal) drie verdiepingen zijn opgetrokken rond een imposante schoorsteen en een centrale wenteltrap waarop de houten binnengalerijen, de zogenoemde «ponts d’allée», aansluiten. Elke verdieping van deze werkhuizen steekt iets over die van de onderliggende verdieping, zodat de gevels boven de nauwe straatjes naar elkaar toebuigen.


Smalle, steile steegjes, met af en toe een stenen trap, leiden naar de eerste verdieping van de viaduct, waar men aan de ene kant een uitstekend zicht krijgt over de haven met zijn ‘manufacture du tabac’ (gewezen tabaksfabriek) en aan de andere kant de stad met zijn kerken en mooie huizen. Boven ons hoofd, op de tweede verdieping van de viaduct, rijdt de trein naar o. a. Parijs. Verschillende street-art artiesten krijgen de kans om hun talent op de muren van de steegjes te schilderen. Er zijn ook heel bekende bij zoals ‘Zag’. Die mogen 3 jaar blijven staan. Daarna worden ze terug overschilderd.

Donderdag fietsen we naar de ‘Cairn van Barnenez’, een grafplaats uit 4700 vC van 75 m lang, en samengesteld is uit twee aangrenzende stapelmuren, die elf dolmens met een toegang overdekken. Op de terugweg komen we oesterkwekerijen tegen. We stoppen om ‘eens te kijken’, en fietsen verder met 12 oesters en 1,5 liter mosselen… Heerlijk!



Comments


bottom of page